Aanslagen voorkomen is méér dan mazzel en politie-inzet

Delft is een van de twintig gemeenten die dit jaar Rijksgeld krijgen voor de aanpak van radicalisering en jihadisme. Participe-directeur Willem Draaisma: ‘Radicalisering is een wereldwijd fenomeen dat je moet zien te bestrijden met een lokale, soms zelfs straatgerichte aanpak. Dáár moet je zorgen dat je jongeren in beeld hebt en hen zinvolle activiteiten biedt.’

 

 

Dat er in Nederland nog geen grootschalige aanslagen zijn geweest is te danken aan de inzet van politie en justitie, maar het is ook "puur geluk”, stelde AIVD-chef Rob Bertholee onlangs in de media.
Willem Draaisma ziet dat anders. ‘Die uitspraak gaat voorbij aan hoe belangrijk het is om de sociale basisstructuur in de wijken op orde te hebben. Weten wat er speelt, jongeren dicht op de huid zitten en hen bij de hand nemen. Het is echt méér dan mazzel en politie-inzet. Het gaat immers vaak om jongeren en ouders die hun weg niet kunnen vinden in deze maatschappij. Je moet hen dus in beeld krijgen en op weg helpen.’

Anonimiteit is een gevaar
Die constatering sluit aan bij de ervaring van de Franse psychiater Marie Rose Moro: ‘Veel extremistische jongeren kampen met depressieve gevoelens. En dat is mede te wijten aan discriminatie. In de dubbele betekenis: uitsluiting en dagelijkse beledigingen. Dat leidt tot stress die hun geestelijke gezondheid aantast.’
Die labiliteit maakt deze jongeren kwetsbaar tegenover kwaadwillenden die hen voor hun extreme of criminele karretje willen spannen, stelt Willem Draaisma. ‘Dus maak als samenwerkende organisaties in het sociaal domein contact met de Islamitische gemeenschap. Haal ze erbij, want anonimiteit is een groot gevaar.’

Ook werkloosheid is een belangrijke voedingsbodem voor radicalisering. Willem Draaisma: ‘Zelf spreken we trouwens liever van polarisatie. Want het kan ook gaan om jongeren die juist vatbaar blijken voor ultrarechtse ideeën. Waar het om gaat is dat je zorgt voor goede opleidingskansen en zorgt dat ze een startkwalificatie halen.’
Het nut van die insteek zag hij ook terug tijdens een studiereis naar Londen. ‘We bezochten een aantal “social enterprises” in gebieden waar bewoners het heft in handen hebben genomen, zoals de Selby Trust. Vanwege de aanslagen in Londen hebben sommige bevolkingsgroepen het momenteel nog moelijker om een baan te vinden. De trusts zetten daarom zelf tal van werkgelegenheidsprojecten op. Tegelijkertijd houden ze “awareness campaigns” die burgers aanzetten om signalen van radicalisering door te geven.’

Ervaringsdeskundigen als mentor en rolmodel
Terug naar Delft. Stoelend op de combinatie van signalering en participatie heeft Participe de afgelopen tijd een aantal vrijwillige mentoren getraind. ‘Dat zijn oudere jongens uit de doelgroep, die soms zelf in de criminaliteit hebben gezeten, en die willen dat huidige jongeren het niet zo moeilijk krijgen als zij het hebben gehad. Hun begeleiding begint vaak met een individuele “maatjesachtige” aanpak. En zodra het iets beter gaat kunnen ze ook meedoen aan collectieve activiteiten.’
Wat daarbij helpt is dat Delft in de wijk Buitenhof het Jongerencentrum Culture heeft geopend. ‘Daar zijn allerlei activiteiten voor kinderen en jongeren.’ De mentoren zijn bovendien getraind in het herkennen van signalen dat er méér aan de hand kan zijn bij een bepaalde jongere. ‘Een laag IQ, een laag zelfbeeld, depressieve gevoelens. De mentoren geven die signalen door en dan koppelen we de jongere in kwestie zo nodig aan een gespecialiseerde hulpverlener.’

De rode draad in de ondersteuning door de mentoren is het verhogen van de weerbaarheid van de risicojongeren. Willem Draaisma: ‘Ze hebben veerkracht nodig, ze moeten leren hoe je tegenslag gebruikt als prikkel om zaken anders aan te pakken.’ Daarbij werkt Participe ook samen met Human Security Collective (HSC) een internationale stichting die wereldwijd werkt aan civil societies. Zodoende brachten de Delftse mentoren onlangs een bezoek aan collega’s in Tunesië. Het effect van hun inzet wordt bovendien gemonitord door Youth Spot, dat via een longitudinaal onderzoek de opbrengst van jongerenwerk in Nederland in kaart brengt.

Vliegende brigade
De Participe-aanpak blijkt zo succesvol dat er inmiddels een “vliegende brigade” van mentoren is die andere gemeenten bijstaat bij soortgelijke problemen. Draaisma: ‘We zijn ondertussen ook actief in Alphen aan den Rijn, Veenendaal en Enschede. En nogmaals: de truc is dat je zorgt voor een goed netwerk binnen de wijk, dat is de sleutel. Met als doel om jongeren in beeld te krijgen en aan een opleiding of aan werk te helpen. Gelukkig heeft het Delftse werkbedrijf Werkse! genoeg banen. Daar werken we ook nauw mee samen.’
Nog een succesfactor is de coöperatieve houding van de gemeente Delft. ‘Het is niet voor niets een Gouden sociale Gemeente. Het sociale veld is niet versnipperd, professionals werken over de schotten heen. De gemeente durft te sturen op hoofdlijnen en laat sociaalwerkorganisaties en professionals hun werk doen. Zo ontstaat er ruimte voor innovatief jongerenwerk.’

Tekst: Chris Bos - Sociaal Werk Nederland